De Okkenklokker

De ijsklomp die vorige week in het Magdalenefjord voorbij kwam drijven deed mij ineens denken aan onze ontmoeting met een bijzondere man op de kade van Bodø, model ruwe bolster blanke pit. Hij sprak ons aan omdat hij de NL vlag op de spiegel van Norna Biron zag wapperen. Norna Biron was hem al van verre opgevallen en hij vond het wel een bijzonder model boot. Daarom kwam hij even kijken. ‘Dat zie je niet vaak, of liever gezegd, helemaal nooit’ zei hij. ‘Het is een 48ft. one-off in staal gebouwd’ antwoorde Joost hem.

Het zou zo maar een oud zeeman geweest kunnen zijn. Woest witte haardos, grijze stoppelbaard, nicotine bruine snor, half versleten zeemans hemd met verfspatten, een touw rond zijn middel om z’n vaal blauwe broek omhoog te houden, roestig staal dat uit de versterkte neus door het leer van zijn versleten werkschoenen steekt, geel gebit met één onbrekende hoektand daar waar hij de pijp rookt, diep in de oogkas liggende ogen zo blauw als de Arctische zee om ons heen en handen zo groot als kolenschoppen. Ze voelden aan als schuurpapier toen ik hem de hand schudde en probeerde net zo hard terug te knijpen, de pijn negerend. Ondanks zijn hoge leeftijd zag hij er sterk en gezond uit.

Maar de man kwam uit Drente en stelde zich voor als Olde Melle ‘maar zeg maar Melle’ zei die. Hij was helemaal geen zeeman, hij bleek al zijn hele leven in de natuursteen industrie te hebben gewerkt. ‘En ook veel one-offs gemaakt’ vertelde hij en wees vervolgens op een aantal natuursteen ornamenten op de kade.

Die waren mij inderdaad ook al opgevallen. Geinig wel, het zijn kunstig gemaakte brokken graniet waar de zon een spelletje mee kan spelen. Afhankelijk van de zonnestand is de schaduw werking steeds weer opnieuw verrassend. Op de kade liggen er, op een tussenafstand van een meter of 50, wel zeven op een rijtje

Melle wees naar de blokken graniet. Zijn werk is niet altijd even goed gewaardeerd. “Ik kom uit Veenhuizen” zei hij “en ben van jongs af aan altijd al gefascineerd geweest door de Hunebedden. Zulke kunstig gestapelde blokken steen, met gangen, grotten en gaten”. Kennelijk werd het zaadje voor een carriere in de natuursteen toen al geplant.

“In Nederland was geen ruimte meer voor mij” zei hij, moegestreden voor erkenning, en uiteindelijk is hij neergestreken hier in Bodø, dicht bij zijn zo geliefde Noorse graniet, levend van zijn AOW en een karig pensioentje. Nochthans zeer vereerd dat een vroeger werk van hem nu hier zo op de kade van Bodø staat geëxposeerd. Weliswaar is het jammer genoeg niet meer compleet, maar toch ……..

Ook wij waren vereerd met deze toevallige ontmoeting. Met de “master himself”, zijn naam op een koperen plaatje gegraveerd op de sokkel van één van de granieten ornamenten, alweer een unieke belevenis op onze reis naar het Noorden.

Uit heel zijn houding bleek zijn gedrevenheid voor zijn vak. Het vakmanschap straalde als het ware van hem af. Hij maakte al meteen indruk op ons. Hij was okkenklokker in zijn vak en wij knikten heel begrijpend. ‘Wat een bijzonder vak’ zei Edmond en begon hem daarover wat uit te horen. Zo benieuwd als we daar naar zijn. Je hoort dat toch ook niet vaak, okkerklokker. ‘Okkenklokker” corrigeerde hij Edmond. Er ontspon zich dus een heel interessant gesprek in een ontspannen sfeer. De oude baas had in ons kennelijk de juiste gesprek partners gevonden om zijn levensverhaal te vertellen. Zo bijzonder dat ik, terug op de boot, gauw wat kernzaken heb opgeschreven om later dit verhaal te kunnen schrijven om dat hier te kunnen delen.

Melle is dus nog heel duidelijk een man van de oude stempel, van het oude ambacht, een vakman die het vak weer van zijn leermeester heeft geleerd, geen praatjes maar gaatjes, of hoe heet dat ook al weer. Uit zijn verhaal blijkt veel know-how en liefde voor de geologie van zijn materiaal en de daaruit onstane eigenschappen. Als je een materiaal als vakman wil bewerken moet je er ook alle kennis van hebben, volgens hem. Samenstelling, oorsprong, opbouw en ook historie. Zo heeft hij nog wat brokken graniet gekregen van zijn toenmalige werkgever, waarvan de oprichter ooit, als toeschouwer, aanwezig was bij de historische Zeppelin expeditie naar de Noordpool, vanaf Ny-Ålesund op Spitsbergen. Het graniet komt echter niet daar vandaan maar uit een andere historische plek, Virgohamna, ook op Spitsbergen. De overgrootvader van zijn baas was daar indertijd ook al geweest. Toen op uitnodiging van de Zweedse koning.

Nu werd het interessant, want na de verhandeling over zijn materiaal, waarvan ik de details niet meer precies weet, gaat het nu over gebieden waar wij ook nog heen willen gaan. Wat een toeval, of bestaat dat niet ? In ieder geval, toeval of niet, zijn diep onder borstels van wenkbrouwen gelegen oceaan blauwe ogen begonnen te glimmen. Hij leek er helemaal blij van te worden en werd steeds openhartiger naar ons toe.

Door de toenemende mechanisatie en digitalisering kwam hij helaas op straat te staan. En dat ondanks zijn vakmanschap. ‘De jeugd van tegenwoordig heeft andere interesses dan het leren van nog een echt handarbeidersvak. Wij oudgedienden sterven uit’ zij hij.

Ik herkende dat wel. Ook in mijn vak, in de bouw, raakt het echte vakmanschap uitgestorven en wordt vervangen door gemechaniseerde prefab constructies en halffabrikaat onderdelen die als een soort van Ikea bouwsels alleen nog maar in elkaar hoeven te worden gezet.

Hij knikte instemmend, keek bedroefd naar de grond en zei ‘Ik heb jarenlang noodgedwongen in de WW moeten zitten. Toch had ik best goede sollicitatie brieven. Zonder mijzelf op de borst te kloppen heb ik steeds geprobeerd mijn gedrevenheid voor het vak in woorden te vertalen’.
Kennelijk heeft dat wel gewerkt want hij werd vaak uitgenodigd om op gesprek te komen. Echter haalde hij nooit de tweede ronde in die sollicitatie procedures. Als puntje bij paaltje kwam hadden ze zo’n vakman als hij net niet meer nodig. Of het paste niet in het soort werk wat werd gedaan. Of de functie van okkenklokker was juist vergeven aan een ander.

Na de WW volgt bijstand. ‘Dat wilde ik absoluut voorkomen’ vervolgde hij ‘en, hoewel beneden mijn stand, ik ben immers toch ook geen schooljongen meer, heb ik mij bij het Tempo-Team aangemeld. Je weet wel, dat uitzendbureau’.
Kennelijk hadden ze bij Tempo-Team al snel in de gaten wat voor een bijzonder vakman ze in huis hadden gekregen. En wat een bijzonder vak hij uitoefend. Melle heeft zich daar kennelijk goed verkocht en meteen de erkenning gekregen voor zijn vakmanschap en specialisatie. De huidige arbeidsmarkt mist ook leermeesters als Melle, dus ja, ze zagen het helemaal zitten.

Dan begint hij te praten over Bekker Natuursteen in Loosdrecht. Nou zeg, dat is toch ook toevallig. Dat bedrijf ken ik ook goed en heb daar in mijn carriere best veel zaken mee gedaan. Het is al een oud familiebedrijf dat door vele generaties is opgebouwd tot het huidige veelomvattende natuursteen bedrijf. De huidige mijnheer Bekker, tevens oud wethouder in de gemeente Loosdrecht (toen het nog geen Wijdemeren heette) is de achterkleinzoon van de oprichter Becker. Aan het eind van de 18e eeuw was die al beroemd door de mooie kwaliteit marmer dat hij had geleverd aan de Russische Tsaar in St.Petersburg en later ook aan de Noorse koning. Hij was, op uitnodiging van de Noorse koning, één van de uitzwaaiers van de legendarische Zeppelin expeditie naar de Noordpool onder leiding van Roald Amundsen.

Ineens viel bij mij het muntje. Toeval bestaat niet, of wel ?

Toen ik eens een grote order wilde afsluiten op Bekker’s kantoor en samen met zijn verkoper (waarvan de naam mij ontschoten is) op zijn directiekamer kwam om de contracten te tekenen, vielen mij, behalve de vele Afrikaanse jacht trofeën, een paar ingelijste zwart-wit foto’s aan de chique, van eikenhout ornamenten samengestelde, wand op. Dat waren beelden over Noordpool expedities aan het begin van de 20e eeuw.

Ik was toen nog een broekie en durfde de gelegenheid niet te pakken om hem daarover te vragen. Bekker stond toen nou niet bekend als een sociaal iemand die in was voor klets praatjes. Zijn reputatie kennende overviel mij toch nog zijn arrogante optreden. Gezeten in grote Chesterfield fauteuils en Bekker met een grote walmende sigaar in zijn mond, recht in het midden van zijn strenge gezicht vooruit stekend, als die kleiner was geweest zou de gelijkenis met Churchill kunnen opdoemen, moest er gehandeld worden om de handtekeningen te kunnen zetten. Ik was totaal overrompeld en denk nu achteraf, met de kennis van nu, dat ik te duur heb ingekocht. Terwijl ik toen, nog wat onhandig in pak en stropdas, mij in de situatie nogal opgelaten voelde, begreep ik pas later hoe belangrijk houding en attitude kan zijn bij zakelijke onderhandelingen. Een goede les, waarvoor ik achteraf Bekker best wel dankbaar ben, en, vandaar dat het mij zo goed is bijgebleven, werd toen mijn interesse gewekt in de vroege Noordpool expedities.

Na de tweede wereldoorlog is de naam gewijzigd in Bekker. Ook daar gaat een heel verhaal over waar Melle nogal geheimzinng over deed. Ik wist dat trouwens niet en ken het alleen als Bekker. Om hem zijn verhaal te laten vervolgen ben ik er maar niet verder op in gegaan.

Het huidige bedrijf levert, en bewerkt, nog steeds alle soorten natuursteen. Van grafzerken tot chique gevelpanelen, van aanrechtbladen tot wastafels en badkuipen. Geroemd op de meest prestieuze superjachten vanwege hun mooie geaderde marmeren wand panelen, glasachtige afwerkingen en granieten kajuittafels. Mijnheer Bekker, achterkleinzoon van de oprichter van het bedrijf, overgrootvader Becker, is kind aan huis bij de grote superjachtbouwers als Huisman, Oceanco en Feadship. Zelfs Prins Bernhard (R.I.P) mocht hij tot zijn beste vrienden rekenen. Zo’n man was Bekker. Was, want hij is niet meer (R.I.P.)

Tempo-Team had Melle kennelijk geintroduceerd bij Bekker die meteen erg nieuwsgierig was naar zo’n zeldzame vakman, die door het uitzendbureau al was aangeprezen als een soort van ouderwetse supervakman. Een diesel, die als hij eenmaal ergens zijn zinnen op had gezet, doorgaat tot een fabelachtig mooi werkstuk. Voor wie dagen en nachten niet meer tellen voordat het klaar is. Die zijn er niet veel meer in die branche. De meesten zitten inmiddels in een verzorgingstehuis.

Het bleek te klikken tussen Melle en Bekker. ‘Ik schrok er wel een beetje van. Zo’n machtige man in mijn vak, zou ik dat wel waar kunnen maken ?’ Vroeg hij zich af. Want zijn beroep als okkenklokker was nog best lastig te integreren in zo’n bedrijf. Hij had tijd nodig om bij een nieuwe werkgever tot volle wasdom te komen.

Bekker scheen er alle begrip voor te hebben gehad. Ik denk dan dat hij zo’n vakman koste wat kost niet wilde laten lopen. Maar Melle twijfelde blijkbaar want hij had toen nog niet alle kaarten op tafel gelegd. Hij vroeg daarom aan Bekker of hij eerst eens een paar weken mocht rondkijken om de sfeer te proeven, of hij daar zijn ei wel kwijt kon en zo meer van die dingen. Één voordeel had Bekker’s bedrijf alvast. Het was gelegen aan het water. Waarom hij dat erbij vertelde begreep ik niet maar het was kennelijk belangrijk voor hem.

Het kwam niet helemaal duidelijk uit zijn verhaal, of hij wilde niet een al te opschepperige indruk naar ons toe wekken, maar het lijkt alsof Tempo-Team ook nog eens flink gepushed heeft bij Bekker. Immers beide organisaties zouden veel profijt van okkenklokker Melle kunnen hebben. Ik denk dat hij daardoor in de gaten kreeg dat hij best wel wat eisen kon stellen. Het gaat immers niet om loon alleen, of liever gezegd helemaal niet. Het gaat op de eerste plaats om de vreugde in je werk, de beschikking over de juiste middelen, de waardering door je werkgever en het verkrijgen van ruimte voor eigen verantwoordelijkheid. Natuurlijk moet er ook passend beloond worden, dat spreekt vanzelf. Joost en ik knikten goedkeurend. Edmond hield zich maar even, als bewuste éénpitter, van den domme.

De toenmalige werkplaats op de locatie van Bekker in Loosdrecht bleek te klein te zijn voor zijn werkzaamheden. Mijnheer Bekker snapte het helemaal. Maar als wethouder van de gemeente Loosdrecht moest juist hij zich wel aan de regeltjes houden. De vergunning voor een uitbreiding zou nog vele maanden gaan duren en zo lang wilde hij niet wachten, kennelijk bang om Melle alsnog aan de concurrentie kwijt te raken. Daarom stelde hij aan Melle voor om een tijdelijke loods neer te zetten. Die huurde hij bij Aluhallen om Melle in ieder geval aan zich te binden en de arbeidsovereenkomst te kunnen tekenen.

Een deel van het parkeerterrein, dat langs het water ligt, werd daarvoor opgeofferd. Er werd nieuw gereedschap aangeschaft, perslucht aangelegd, de modernste hydraulische apparatuur besteld, nieuwste model watergekoelde zagen werden geïnstalleerd, boren, polijstschijven enz. enz. Bekker maakte er serieus werk van. Dat de loods geen ramen had was voor Melle geen probleem, zelfs wel een aardige bijkomstigheid. Maar dat zei hij er niet bij. Wel moest de verlichting minimaal aan de Arbo wet voldoen en er moesten voldoende looplampen op batterijen zijn. In het verleden was daar al eens gedoe over geweest. Melle wilde het ook naar zijn idee inrichten en verlangde het alleenrecht voor het gebruik van zijn tijdelijk hal. Voorlopig althans, want tegen de tijd dat de definitieve uitbreiding gerealiseerd is zou Melle ook makkelijk zijn werk kunnen inpassen bij de anderen. Als hij de boel goed ingericht had en werkbaar had gemaakt zouden er al wel een paar maanden verstreken zijn, zo was de afspraak, en wisten ze wat hen bij de daadwerkelijke uitbreiding te doen stond.

Ondertussen had Bekker de wereld al kond gedaan van de aanstelling van deze vakman, via hun website en de vakbladen, en grootse verwachtingen gewekt. Vakgenoten keken jaloers toe en prezen Bekker, met tegenzin, met zijn aanwinst. Een goede okkenklokker is immers zeldzaam. Voor Bekker in ieder geval de kers op zijn taart.

Het lastigste was nog het verkrijgen van het te bewerken graniet dat Melle, alvorens de arbeidsovereenkomst te tekenen, had geëist voor toetreding tot “de familie Bekker Natuursteen”. Niet zozeer als soort, maar in afmeting. Om zijn werk als okkenklokker goed uit de verf te laten komen had hij een massief blok graniet nodig van zo’n 20x20x20 meter, groter mocht ook wel maar zeker niet veel kleiner.

Bizar lijkt mij dat dan. Dit opschrijvende vermoed ik nu dat Bekker toen al een beetje de regie aan Melle kwijt raakte maar om eventuele misverstanden en gezichtsverlies te voorkomen liet hij toch zo’n blok graniet maken. Het was te groot voor transport en werd daarom in de loods samengesteld uit kleinere blokken van ongeveer 4x4x4 meter. Het uitvoeren van sterke en duurzame lijmverbindingen in natuursteen was immers ook één van Bekker’s specialiteiten en vele kleintjes maken één grote.

Tot enigszins Melle’s teleurstelling kwam het graniet niet uit Noorwegen, die dat niet in die maat konden leveren, maar uit een groeve in Italie. Helaas, dat was dan maar niet anders en Melle moest er genoegen mee nemen. Wetende dat hij eigenlijk al tot de bodem was uitonderhandeld met Bekker.

Dat was de laatste keer dat Bekker en zijn personeel de tijdelijke loods van binnen zagen.

Toen Melle dit ons allemaal vertelde ging er bij mij een lichtje branden. Ik kan mij nog vaag herrinneren dat Bekker een enorme partij grote graniet blokken op zijn erf had liggen. Toen dacht ik nog dat ze daar plaatmateriaal uit gingen zagen. Voor graven of zo. Ik heb dat verder niet meer gevolgd.

Lang verhaal kort. Melle ging aan de gang maar niemand wist eigenlijk wat hij nou aan het doen was. Het werk leek erg delicaat te zijn. En hij hield de kaken stijf op elkaar, alsmede de sleutel van de deur in zijn zak. Niemand mocht naar binnen, toegang was streng verboden, zelfs voor Bekker. Er gingen weken voorbij van zagen, boren, beitelen., slijpen en ontsnappende perslucht geluiden gelijk die van een oude stoommachine. De nieuwsgierigheid van wat daar binnen toch gebeurde werd steeds groter. Week in week uit ging het geboor en gehamer maar door. Het schrille hoogfrequent lawaai ging door merg en been en veroorzaakte rillingen op de rug. Zelfs de nachtrust van Bekker en zijn medewerkers werd op de proef gesteld, geplaagd door nachtmerries waarin de tandartsbeul met zijn gemene boortjes weerzinwekkende pijnen veroorzaakte. Na alweer zo’n droom, dat keer over Melle die met een klein maar scherp watergesmeerd circelzaagje zijn borstbeen zat door te zagen, waarna al zijn personeel het op een lopen zette, en Bekker door het hoog frequent gillende geluid van de circelzaag, of was het nu een boor, bezweet wakker schrok, was hij het helemaal zat.

Melle zit op zijn praatstoel, leeft helemaal op en wij luisteren ademloos toe. Diverse details kan ik uit mijn eigen herrinnering verifieren en worden herkenbaar. Hoe meer hij over Bekker verteld, hoe meer ik vat krijg op de situaties die ik toen nog niet begreep. Alhoewel de puzzel nog niet compleet is kan ik al wel steeds meer stukjes aan elkaar schuiven.

Melle gaat verder. Hij moest op het matje bij de baas komen. Bekker had er nu wel genoeg van en hij kreeg nog 4 weken respijt en dan zou hij met zijn werk naar buiten moeten komen. ‘Mijnheer Bekker’ vevolgde Melle ‘ik verzeker u dat ik u niet zal teleurstellen. U heeft mijn reputatie onderzocht en die is zo geweldig dat ik dat niet op het spel kan zetten. Ik verzeker u, mijnheer Bekker, dat u na, de onthulling van mijn werk, uw bedrijf ‘Bekker Natuursteen Loosdrecht’ en uzelf als directeur opnieuw op de kaart zal hebben gezet. Misschien zelfs wel wereldwijd’.

Bekker was verheugd en dat vooruitzicht had zijn ondernemersgeest ongetwijfeld al wat bezoedeld.

‘Ik vroeg hem toen ook om een 150 tons kraan te reserveren voor een bepaalde datum. Die ben ik even vergeten maar het was zo’n 5 weken nadat we elkaar gesproken hadden’ vervolgde Melle. Bekker begreep natuurlijk meteen dat zo’n groots gebeuren de aandacht moet krijgen die het verdiende. Hij nodigde al zijn vrienden en belangrijke zakenrelaties uit om op die dag aanwezig te zijn bij de onthulling van het werk van zijn okkenklokker. Als bestuurslid van de club van Regenboogzeilers stonden uiteraard ook de andere heren van het bestuur en de ereleden van de club op het lijstje. Onze Koningin Beatrix was gevraagd om de onthulling uit te voeren maar jammer genoeg paste dat op zo’n korte termijn niet meer in haar agenda. Haar persoonlijke gezant, waarvan de naam Melle ontschoten was, stelde voor om haar zoon en troonopvolger Wiilem Alexander naar voren te schuiven om het lintje door te knippen. Hij moest toch al langzamerhand wat publieke taken op zich gaan nemen. Dit was zo’n mooie gelegenheid.

Voor mijnheer Bekker was het een enorme eer dat de onthulling nu ook een Koninklijk tintje had gekregen. Hij droomde al van een lintje. De NOS had de exclusieve rechten voor een documentaire over Dekker en zijn okkenklokker verworven. Maartje van Weegen zou aanwezig zijn om verslag te doen. Het zou een feestdag gaan worden. Heel het Gooi zou op z’n kop staan. Niet geheel vrijwillig huurde hij de vaste clientele van (voormalig) Best End uit, voor de beveiliging van het evenement. Lee Towers werd geboekt. Niet alleen om zijn fabuleuze nummer You Never Walk Alone ten gehore te brengen maar ook om de grote 150 tons kraan te bedienen. In de finale zou hij dan nog het nummer ‘Massive Rock’ gaan zingen. Lee vond het geweldig en de uitnodiging was bepaald niet aan dovemansoren gericht. Hij wilde zelfs wel gratis komen. Om er maar bij te zijn.

Toen het eindelijk zo ver was, de tribunes waren gebouwd, de kraan in positie was gebracht en het lintje aan een ingenieuze constructie was verbonden, werd Bekker toch wel wat zenuwachtig. Hij had liever nog een generale repetitie gehad, maar Melle stond te glunderen en verzekerde hem dat alles goed zou gaan.

Op de grote dag, op het moment dat kroonprins Willem Alexander het lintje doorknipte, zorgde een ingenieus hydraulisch systeem ervoor dat alle splitpennen onder de 4 wanden van de loods werden weggetrokken, waarna deze heel gracieus, als in een slow-motion film, naar 4 kanten opzij vielen. Tegelijkertijd tilde Lee met zijn kraan het dak eraf. Het leek wel een googeltruc van Hans Klok, maar dit gebeurde dus echt. De genodigden juigden en klapten en keken in opperste verwondering naar de glanzende creatie van Melle de okkenklokker. Lee zette vanuit zijn kraan cabine het nummer Massive Rock in. De enorme massieve granieten kubus van 20x20x20 meter vertoonde zich in zijn volle glorie, door Melle met groot vakmanschap bewerkt tot een enorme onwerelds grote gaten kaas van gebakken lucht en graniet. Je kon er van alle kanten doorheen kijken. Grote gaten, kleine gaten, gangen, gleuven, nog meer gaten en andere openingen. Hoe langer je er naar keek hoe meer gaten je kon zien. De zon creerde de meest fantastische schaduw creaties. Het effect was op z’n zachts gezegd opvallend en tegelijk te bizar voor woorden. Alle gaten, gleuven en grotten waren inwendig niet alleen met elkaar verbonden maar ook nog eens minitieus gepolijst. Wat een ongelooflijk werk moet dat zijn geweest.

Wat een werk en wat een gaten, het werd een onvergetelijk schouwspel. Echter, de apotheose van het spektakel moest toen nog komen, want ondertussen had Melle met een sling de takel van de kraan aan de bovenkant van het blok en door één van de gaten bevestigd. Terwijl iedereen nog in extase was, en sommigen een flauwte nabij waren, gaf hij Lee Towers de opdracht om zijn gehele werk op te takelen en naar rechts tot boven het water te draaien. De zonnestralen werden door de gepolijste gaten in alle richtingen op een ongelooflijk indrukwekkende manier verspreid. Magisch was het. Met het draaien van de kraan ontstond een fenomenaal spel van schaduwen in alle richtingen, bijna tegen de natuurwetten in. Het spiegelende wateroppervlak, weerkaatste de verbogen zonnestralen in alle kleuren van de regenboog. Plotseling, wat niemand verwachte, of misschien wel hoopte, liet de takel het enorme granieten gatenkaas bouwsel los. Iemand schreeuwde het uit, even dreigde er paniek.

Terwijl Melle dit verteld krijgt hij een kwajongens achtige houding, haalde de pijp uit zijn mond en maakte daarmee een trekkende beweging. Hij had de sling aan de takel met een slipsteek vastgezet. Door aan dat touw te trekken donderde het hele ding naar beneden.

Ik kreeg daarbij ineens het beeld van die veiling, waar een werk van Banksy voor miljoenen van de hand ging om daarna, ten overstaan van alle aanwezigen, door een ingebouwde papiervernietiger verwoest te worden.

Het moet een soortgelijk schouwspel geweest zijn.

Ik zag ineens een geniaal man voor mij staan. Zo maar in het wild, hier op de kade van Bodø.

De gatenkaas van graniet viel pardoes in het water. Van de weeromstuit stopte Lee Towers met zingen. Hij schrok zich rot en verslikte zich zowat in zijn gouden microfoon.

Er ging een schokgolf door de genodigden, maar ook door het water als gevolg van de enorme plons dat het werkstuk van Melle veroorzaakte. Terwijl Willem Alexander hard moest terugrennen om zijn voeten droog te houden, waren de BHV’ers van het bedrijf bezig om Bekker te reanimeren (vruchteloos naar later zal blijken). Iedereen was geschrokken en vooral verbijsterd. Men had alleen nog maar oog voor de meer en meer opborrelende belletjes uit het water. Als een soort van kielzog, maar dan verticaal, gaven ze het spoor van het naar de bodem zinkend blok graniet aan. Ze stegen zelfs boven het wateroppervlak uit, ploften als een zeepbel weer uit elkaar en lieten daarbij een geluidje los. Er viel een doodse stilte. Lee T. in de kraan, denkend dat hij dat blok graniet had laten vallen, leek op dat moment wel dood te gaan en beet de microfoon doormidden.

De stilte werd verbroken door het geluid dat in die belletjes zat. Eerst heel zacht, dan harder, en harder, en nog harder totdat het een oorverdovend lawaaig concert werd van ……….

tja, hier stopte het verhaal van Olde Melle. Met zijn pijp nog in de hand was hij zowat gestikt in een poging om het na te doen.

Pas toen werd duidelijk wat het werk van de okkenklokker voor de wereld betekent ……………..

Lees verder ……….

One Response to De Okkenklokker

  1. Dirk says:

    Prachtig vergt, ik heb genoten.

Leave a comment